Wat is het effect van het afsluiten van een toer?
Foto 1 en foto 2, twee gehaakte cirkels van vasten. Bij foto 1 is de toer niet afgesloten, bij foto 2 is de toer gesloten met een halve vaste. Bij foto 1 zie je geen overgang naar de nieuwe toer, bij foto 2 is het afsluiten van de toer duidelijk te zien. Dit is de reden dat ik bij het in het rondte haken kies voor het niet afsluiten van een toer.
Foto 3 (methode foto 1) en foto 4 (methode foto 2), let op de kleurverspringing.
Op de foto's is duidelijk te zien dat de manier van afsluiten van een toer, bepalend is, hoe je haakwerk eruit komt te zien. Bij het wisselen van een kleur kies ik daarom altijd voor het afsluiten van een toer, zodat er bijna geen verspringing is te zien.
Methode 1 (foto 1 en 3) : Om een egaal haakwerk te krijgen kun je er voor kiezen de toer niet te sluiten, maar met een stekenmarkering te markeren. Je haakt in dit geval gewoon door, op deze manier zie je de overgang naar de nieuwe toer niet. De stekenmarkering geeft aan waar je toer begint.
Methode 2 (foto 2 en 4): De toer sluiten met een halve vaste, deze haak je op de bovenste losse van de eerste steek. Deze sluitvaste kun je helaas wel zien in je haakwerk. Wil je cirkels haken in verschillend gekleurde banen, dan moet je de toer wel sluiten met een halve vaste, anders zie je het verspringing van de toer bij de aanzetting van de nieuwe kleur.
PS: Om een mooie cirkel te krijgen moet je het meerderen in de toer steeds laten verspringen, dus niet exact boven elkaar meerderen. Anders word je haakwerk niet rond maar hoekig (zie foto 3), hierover in een volgende blog meer.