LIJF:
Wordt heen en weer op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor.
Zet 254-309-360 st op (incl 6 voorbies st aan elke kant middenvoor) met rondbreinld 4 mm en Lima. Brei 5 nld recht (1e nld = verkeerde kant). Brei dan als volgt (gezien aan de goede kant): 6 voorbies st in RIBBELST – zie uitleg boven, [* 2 st av, 2 st r in elke van de volgende 2 st (= 4 st r), 2 st av *, herhaal van *-* nog 2 keer, 14-13-12 st av], herhaal van [-] nog 6-8-10 keer en dan van *-* nog 3 keer en brei tot slot 6 voorbies st in ribbelst = 302-369-432 st. Brei dan recht boven recht en averecht boven averecht en de voorbies st in ribbelst en ga verder in patroon als volgt (gezien aan de goede kant): 6 st in ribbelst, [telpatroon A.1 (= 24 st), 14-13-12 st av], herhaal van [-] nog 6-8-10 keer en eindig met A.1 en 6 st in ribbelst. Plaats een markeerder na 75-92-108 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 152-185-216 st tussen de markeerders voor het achterpand). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Minder bij een hoogte van ongeveer 5-7-9 cm (pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is) 1 st in elk av-deel door de eerste 2 st av samen te breien (dus minder 7-9-11 st op de nld). Herhaal dit minderen elke 6e nld nog 11-10-9 keer – LET OP: Minder afwisselend aan het einde en begin van elk av-deel. Maak TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 7-8-9 cm knoopsgaten - zie uitleg boven.
Als alle minderingen in de av-delen zijn gemaakt, zijn er 218-270-322 st over op de nld en zijn er nog 2 av st tussen elke herhaling van A.1 (het werk meet nu ongeveer 29 cm). Ga verder tot een totale hoogte van ongeveer 33-35-36 cm (pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is) meerder nu 1 st in elk av-deel door 1 omsl te maken na de laatste av st in elk av-deel, brei de omsl in de volgende nld gedraaid recht, dus brei achter in de st in plaats van voor in de st om een gaatje te voorkomen. Herhaal dit meerderen elke 6e nld nog 3-2-2 keer – LET OP: meerder afwisselend voor en na alle av st door 1 omsl te maken. Na alle meerderen zijn er 6-5-5 av st in elk av-deel en staan 246-297-355 st in totaal op de nld.
LEES TOT HET LINKER VOORPAND VOOR U VERDER GAAT!
KRAAG:
Meerder bij een hoogte van 41-42-43 cm 1 st aan elke kant middenvoor voor de kraag - ZIE TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal dit meerderen om de nld nog 11 keer en dan elke 4e nld nog 6 keer = 18 st gemeerderd voor de kraag en 24 st in ribbelst in totaal.
HALS:
Minder TEGELIJKERTIJD 2 cm nadat u bent begonnen met meerderen voor de kraag 1 st aan elke kant voor de hals - ZIE TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen om de nld nog 5 keer en dan elke 4e nld 6 keer (dus de helft van A.1 aan elke kant is nu geminderd, ga verder met 2 st r in het midden van het telpatroon waar eerst een kabel over 4 st was).
ARMSGATEN:
Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van ongeveer 51-52-53 cm (pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is) af voor de armsgaten als volgt:
- Maat S/M en L/XL: kant 6 st af aan de zijkant (dus 3 st aan elke kant van de markeerders aan de zijkanten).
- MAAT XXL/XXXL: Kant 7 st af aan de zijkant, dus de 5 av st waar de markeerder is en 1 st aan elke kant van deze av st. Brei ieder deel apart verder.
LINKER VOORPAND:
Kant af voor het armsgat aan het begin van elke nld vanaf de zijkant: 0-1-3 keer 3 st, 3-3-4 keer 2 st en 5-4-6 keer 1 st. Als alle afkanten voor de armsgaten, minderen voor de hals en meerderen voor de kraag gedaan is, zijn er 55-66-70 st over op de schouder. Er is nu ½ herhaling van A.1 richting de hals naast de kraag voor alle maten en er is ook ½ herhaling richting het armsgat in de kleinste maat. Ga verder in patroon als hiervoor met 1 kant st in ribbelst richting het armsgat. Minder bij een hoogte van ongeveer 70-73-76 cm - pas zo aan dat het na een hele of halve herhaling van A.1 in de hoogte is - 3 st gelijkmatig over de halve patroonherhalingen en 6 st gelijkmatig over de hele (dus minder 6-9-9 st in totaal) = 49-57-61 st.
Kant in de volgende nld aan de goede kant de eerste 25-33-37 st af voor de schouder, brei de laatste 24 st in ribbelst. Brei dan heen en weer in ribbelst over deze st voor de kraag als volgt: * 2 nld over alle st, 2 nld over alleen de buitenste 18 st (middenvoor) *, herhaal van *-* tot de kraag ongeveer 5½ cm meet op het kortste deel. Kant af.
RECHTER VOORPAND:
Brei als het linker voorpand maar in spiegelbeeld. Knip nadat de st voor de schouder afgekant zijn de draad af (aan de goede kant zodat evenveel nld worden gebreid voor beide voorpanddelen) en ga verder met de kraag, knip de draad af aan het einde van de nld. Ga verder over de kraag en begin aan de verkeerde kant.
ACHTERPAND:
= 114-139-167 st.
Ga verder en kant af voor de armsgaten aan het begin van elke nld aan elke kant als op het voorpand = 92-113-121 st. Ga verder in patroon met 1 kant st in ribbelst aan elke kant. Kant bij een hoogte van ongeveer 68-71-74 cm (pas zo aan dat laatste nld 1 van de nld gemarkeerd met 1 pijl in get telpatroon is) in de volgende nld (= goede kant) de middelste 24-23-23 st af voor de hals, brei de rest van de nld en brei daarna elke schouder apart verder in patroon.
LINKER SCHOUDER:
Brei 1 nld aan de verkeerde kant, kant 2 st af aan het begin van de volgende nld (= langs de hals) = 32-43-47 st. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Minder in de volgende nld (= goede kant) 3 st gelijkmatig over de halve patroonherhalingen van A.1 en 6 st gelijkmatig over de hele patroonherhalingen van A.1 (dus minder 6-9-9 st in totaal) = 26-34-38 st. Kant af in de volgende nld (= verkeerde kant).
Er is 1 st meer op de schouders op het achterpand dan op het voorpand, dit is omdat de kraag naast 1 st (kant st) op het achterpand wordt genaaid.
RECHTER SCHOUDER:
Begin middenachter, dus aan de verkeerde kant, kant 2 st af aan het begin van de nld (= 32-43-47 st over op de schouder). Brei 1 nld aan de goede kant en 1 nld aan de verkeerde kant. Minder in de volgende nld (= goede kant) 3 st gelijkmatig over de halve patroonherhalingen van A.1 en 6 st gelijkmatig over de hele patroonherhalingen van A.1 (dus minder 6-9-9 st in totaal) = 26-34-38 st. Kant af in de volgende nld (= verkeerde kant).
MOUW:
Brei eerst de manchet zijdelings heen en weer op de rondbreinld.
MANCHET:
Zet 22 st op met nld 4 mm en Lima. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Brei de volgende nld als volgt: 1 st in RIBBELST – zie uitleg boven, * 2 st av, 2 st r in elke van de volgende 2 st (= 4 st r), 2 st av *, herhaal van *-* nog 2 keer, eindig met 3 st in ribbelst = 28 st. Brei 1 nld aan de verkeerde kant met recht boven recht en averecht boven averecht en met 1 st in ribbelst aan een kant en 3 st in ribbelst aan de andere kant. Ga verder in A.1 tot er 4-4-5 patroonherhalingen in de hoogte zijn gebreid, brei dan de eerste 2 nld van A.1 nog een keer (het werk meet ongeveer 24-24-30 cm). Brei de volgende nld als volgt (= goede kant): 1 st in ribbelst, * 2 st av, 2 st r samen, 2 st r samen, 2 st av *, herhaal van *-* nog 2 keer, eindig met 3 st in ribbelst = 22 st. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant over alle st, kant alle st af. De rand is ongeveer 10 cm breed, ga verder met de mouw.
MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op rondbreinld 4 mm.
Neem st op langs de kant waar maar 1 st in ribbelst is gebreid - neem 1 st op in elke ribbel (= 2 rechte nld). Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en pas TEGELIJKERTIJD het aantal st aan naar 52-54-62. Dan brei 1 nld recht aan de goede kant en ga verder in averechte tricotst. Meerder bij een hoogte van 15 cm in totaal 1 st aan elke kant. Herhaal dit meerderen elke 3-2-2 cm nog 10-13-13 keer = 74-82-90 st. Kant bij een hoogte van 48-45-43 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) af voor de mouwkop aan het begin van elke nld aan elke kant: 1 keer 4 st, 3 keer 2 st en 6-7-9 keer 1 st, kant dan 2 st af aan elke kant tot het werk 57-55-54 cm meet, kant nu 1 keer 3 st af aan elke kant. Kant de overgebleven st af, het werk meet ongeveer 58-56-55 cm.
AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.
Naai de kraag samen middenachter en naai deze langs de hals middenachter naast 1 kant st. Naai de mouwnaden samen – naai de manchet met de zijkanten tegen elkaar (opzetrand tegen afkantrand) om een dikke naad te voorkomen, naai de rest van de mouw dicht naast de kant st. Naai de mouwen in het lijf en naai de knopen aan.
Telpatroon
![](images/1.gif) |
= |
Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant |
![](images/118.gif) |
= |
Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant |
![](images/302.gif) |
= |
Zet 1 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 st r, 1
st av van de kabelnld |
![](images/306.gif) |
= |
Zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 st av, 2
st r van de kabelnld |
![](images/400.gif) |
= |
Zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 st r, 2
st r van de kabelnld |
![](images/401.gif) |
= |
Zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 st r, 2
st r van de kabelnld |
![](images/410.gif) |
= |
Zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 st r, 2
st av van de kabelnld |
![](images/409.gif) |
= |
Zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 st av, 2
st r van de kabelnld |