Steken

rechte steek, voor naaiwerk en sierstiksels.
Deze steek gebruik je voor het meeste naaiwerk. Bij veel machines kun je de naaldpositie op verschillende standen zetten. De steeklengte kan per milimeter worden ingesteld tot 6mm.

3-voudige-rechte steek, voor extra sterke naden en sierstiksels.
Dit stiksel kun je gebruiken voor naden die flexibel en sterk moeten zijn, bijv. kruisnaden in broeken. Hoe zwaarder de stof hoe langer de steeklengte.

Variant op de 3-voudige-rechte steek is de putsteek, hierbij wordt alleen elke tweede steek dubbel genaaid. Deze steek wordt gebruikt bij leggings en body's. Ook wordt hij gebruikt bij het doorstikken van blazers, mantels en quilts.


Zigzagsteek, voor afwerken, appliceren, kant verwerken enz.
Met de zigzagsteek kan je alle stoffen afwerken. De naald afwisselend in- en buiten de stofkant steken.

Gestikte zigzag, voor opnaaien van elastiek en herstellingen.
Deze steek is extra elastisch door zijn tussensteken.

Blindzoomsteek, voor onzichtbare zomen.

Rekbare blindzoom, voor onzichtbaar zomen en tegelijkertijd afwerken.
Deze steek is ook bij rekbare stoffen te gebruiken

Gesloten overlocksteek, Gelijktijdig sluiten- en afwerken van naden en kantdraad.
Met deze steek kun je stoffen die veel rafelen afwerken en voor het aanzetten van tricot boorden in een hals of aan de mouwen. Het boordje kan tijdens het naaien wel iets uitrekken.

Hechtsteek, voor rijgen van patroondelen

Blindzoomsteek, voor onzichtbare zomen.

rekbare blindzoom, voor onzichtbaar zomen en tegelijkertijd afwerken.
Deze steek is ook bij rekbare stoffen te gebruiken

Schulpsteek, voor decoratieve schulpranden.

Rekbare schulpsteek, voor decoratieve schulpranden in rekbare stof.

Cordonsteek, voor applicaties en cordonstiksels

Wafelsteek, voor opstikken van elastiek, badstofnaden en siernaden (smockeffect).
Naai deze steek over een dubbel ingeslagen zoom.

Afhechten zonder dubbel stiksel; Als je met stof werkt waar het beter is dat je niet de naad begint en eindigt met heen en weer te stikken, dan kun je dit oplossen door het stikken te beginnen met de kleinste steek. Die moet je dan vervolgens steeds iets groter laten worden tot je uiteindelijk je gewenste steeklengte hebt bereikt. Bij een naadbreedte van 1 cm zorg je dat je na 1,5 cm op de goede steeklengte zit. Bij het eindigen van de naad net andersom.